De munteenheid van China wordt officieel
Renminbi (RMB) genoemd maar heet ook wel
yuan. De
yuan (in de volksmond
kuai genoemd) is verkrijgbaar in briefjes van 1, 5, 10, 50 en 100
yuan. Een
yuan is onderverdeeld in 10
mao ook wel
jao genoemd. Kijk voor de dagkoers op
www.oanda.com.
ATM in China: In grote steden en toeristenplaatsen kun je pinnen met een bankpas met Maestro- of Cirrus logo. Bij de
Bank of China lukt pinnen meestal zonder problemen, met een maximum van 3000
yuan per keer. Let wel goed op dat je je pas terugneemt, eerst krijg je je geld en pas daarna moet je op een knopje drukken om je pas terug te krijgen. Om veiligheidsredenen hebben Nederlandse en Belgische banken de bankpassen met Cirrus/Maestro-logo standaard ingesteld op gebruik binnen Europa. Indien je geld wilt pinnen in China dien je deze instelling tijdelijk te wijzigen naar ‘Wereld’.
Geld wisselen in China: In de steden kun je bij de
Bank of China, bij wisselkantoren of bij grotere hotels euro’s of Amerikaanse dollars wisselen. In kleinere plaatsen (of plaatsen waar minder westerse toeristen komen) kan het wisselen van euro's of dollars wel een probleem zijn. Vraag bij grote bedragen of de bank de biljetten op echtheid wil controleren door ze door een telmachine te halen. Met een creditcard kun je bij de meeste banken geld opnemen, je betaalt dan ongeveer vier procent provisie.
Als je wisselgeld terugkrijgt, accepteer dan geen gescheurde of kapotte biljetten en kijk ook uit voor valse biljetten van 50 en 100
yuan. Pas vooral op in het donker, bijvoorbeeld ’s avonds laat in de taxi of in een discotheek. Betaal dan zoveel mogelijk met gepast geld, zodat je geen ‘grote biljetten’ terugkrijgt.