In Griekenland vind je diverse soorten eetgelegenheden. In een taverna kun je doorgaans voor relatief weinig geld goed eten. De inrichting van een taverna is meestal vrij sober met tl-verlichting en eenvoudig meubilair. Bij de keuze van een gerecht kun je vaak kiezen uit diverse soorten verse vis die vaak uitgestald liggen in een vitrine of uit een of meer dagschotels. Als je meerdere gerechten bestelt heb je kans dat ze allemaal tegelijk worden opgediend. En altijd met brood. Voor een luxere gelegenheid ga je naar een estiatoria. Niet dat het eten daar per se beter is, maar de ambiance is vaak wel  gezelliger en de gelegenheid leent zich beter voor natafelen. Wie het verschil wil ervaren gaat voor de lunch naar een taverna en voor het diner naar een estiatoria. Overigens rekent men in elk restaurant, of het nu eenvoudig of er luxe is, onder de naam ‘couvert’ per klant een variabel bedrag. Voor een hartige snack tussendoor kun je terecht bij een psistaria en voor een gebakje of ijsje bij de zacharoplastio. En in een kafenio, het koffiehuis, kun je behalve koffie en thee vaak ook een biertje, wijn of borrel krijgen 

Ingrediënten van de Griekse keuken: In de Griekse keuken wordt volop gebruik gemaakt van olijfolie terwijl dierlijke vetten veel minder voorkomen. Verse groentes, salades, fruit, brood en vis zijn belangrijke ingrediënten. Vlees bestaat vooral uit vers geslachte jonge dieren zoals zuiglam, geit, speenvarken of piepkuiken. Elke regio kent haar vlees- en visspecialiteiten. Grieken eten veel kaas, dat vooral gemaakt wordt van de melk van geit of schaap. Ook houden ze van zoet, en hebben de keuze uit een groot aanbod van toetjes, gebak, koekjes en ijs.

Eettijden in Griekenland: Grieken maken doorgaans niet zo veel werk van het ontbijt. Ze drinken ’s ochtends een kop koffie met een broodje of een paar koekjes. Wie in de loop van de ochtend honger krijgt, haalt een snack bij een cafetaria of een zoete lekkernij bij de bakker. Vanaf begin van de middag is het tijd voor de lunch. De lunch is een uitgebreide maaltijd en wordt genuttigd tussen 13 en 16 uur. Het diner is zeker niet uitgebreider dan de lunch en begint zeker in toeristische gebieden vaak vrij laat, vaak gaat men pas na 22 uur aan tafel.

Koffie en thee in Griekenland: Een erfenis uit de Turkse tijd is de Griekse koffie (kafe ellinikos) die in kleine kopjes wordt geschonken. De koffie wordt in een steelpannetje opgewarmd en met een flinke laag drab ingeschonken. Wil je zonder suiker, vraag dan om sketto. Daarnaast kun je oploskoffie – aangeduid met ness – bestellen. Deze kun je koud als ijskoffie bestellen of warm al dan niet met opgeklopte melk. Bestel je thee dan krijg je meestal kruidenthee.

Wijn in Griekenland: Griekenland heeft een lange traditie van wijnbouw. De oude Grieken ontdekten destijds technieken om hun wijn op te slaan en over lange afstanden te vervoeren zonder dat de wijn bedierf. Met behulp van dennenhars lukte het ze om de vaten luchtdicht af te sluiten. Wel gaf de hars een bepaalde smaak aan de wijn. Deze smaak proef je in Retsina, de harswijn, die nog steeds wordt geproduceerd. Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw kreeg de wijnbouw een stevige impuls en produceren de wijngaarden uitstekende wijn van uiteenlopende druivensoorten. Op de Cycladen zijn vooral Paros en Santorini befaamd om hun nieuwe en bijzondere druivensoorten waaronder de populaire assyrtiko.

Bier wordt veel gedronken in Griekenland. Behalve Heineken en Amstel vind je Griekse merken zoals Craft, Alfa en Mythos. Hoewel Griekenland bekend staat om zijn ouzo of raki zijn brandy (Metaxa) en whisky de populairste sterke drankjes.