Zoeken
Reizen naar Zweden
Eten en drinken Zweden
Eten in Zweden: Zweden heeft zijn eetgewoontes voor een groot deel afgestemd op de lokale weersomstandigheden en de beschikbaarheid van producten door het jaar heen, zoals seizoensgebonden groente en fruit. Dit stamt uit de tijd waarbij eten bewaren of importeren uit andere landen nog niet zo van zelfsprekend was. Vooral tijdens de strenge winters in Zweden was het belangrijk dat eten goed geconserveerd kon worden.
Als je nu aan winters eten in Zweden denkt, dan denk je direct aan de overheerlijke en winterse ovenschotels. Op de menukaart in restaurants kom je zowel verschillende soorten vis als verschillende soorten vlees tegen. Wildgerechten bestaande uit hert, rendier of eland zijn ook niet ongebruikelijk. Vaak krijg je daar passende wilde paddenstoelen of bessen bij. Een andere Zweedse specialiteit zijn de typische vruchtentaarten. Een aantal van de Zweedse gerechten kennen veel reizigers wel uit Nederland en België, zoals bijvoorbeeld de traditionele Zweedse gehaktballetjes en kaneelbroodjes.
Köttbullar: Bij Ikea in de Benelux worden ze verkocht als Zweedse gehaktballetjes, maar in Zweden heten ze gewoon gehaktballetjes. Meer precies: köttbullar (voor de duidelijkheid: dat spreek je uit als ‘sjutbullar’). Het vlees van de Zweedse variant is veel fijner gemalen en ze zijn ook wat zompiger dan de Nederlandse bal gehakt. Köttbullar worden in Zweden gegeten met aardappelpuree of gekookte aardappels, met bruine saus en vossenbessenjam (lingonsylt). Of ze worden in tweeën gesneden en met rode bietensalade op een broodje gegeten.
Kanelbulle: De dag van het kaneelbroodje wordt in Zweden op 4 oktober gevierd: Kanelbullens dag. Uiteraard zijn de traditionele kaneelbroodjes ook elke andere dag van het jaar niet te versmaden. Kaneelbroodjes zijn gemaakt van witbrood waarin je roomboter en kaneelstroop proeft. Heerlijk, vooral populair bij fika, het Zweedse koffiemomentje!
Eten bereiden in de natuur: Voor veel Zweden is het een gewoonte om naar de bossen te trekken om in de vrije natuur hun eten klaar te maken en daar op te peuzelen. Alles wat nodig is om het eten klaar te kunnen maken wordt van huis uit meegenomen en er wordt een mooi plekje gezocht in de bossen.
Drinken in Zweden: Het water uit de kraan is in Zweden veilig te drinken. In Zweden is het in de meeste cafés en restaurants heel normaal dat als je ‘normale’ koffie bestelt, je dan gratis een tweede kopje mag nemen. Je kunt uit een koffiekan je kopje dan gewoon weer bijvullen. Dit noemen ze in Zweden ‘påtår’. Twijfel je, vraag het dan even aan de medewerkers. Sterkedrank is in Zweden niet in de supermarkt te koop is, alleen in de horeca. Om alcohol te kunnen kopen in Zweden moet je minimaal 18 jaar zijn. Vanwege de leeftijdsgrens, maar vooral omdat alcohol duur is, kom je af en toe zelfgestookte drank tegen. Pas hiermee op, je weet natuurlijk nooit wat het is.
Als je nu aan winters eten in Zweden denkt, dan denk je direct aan de overheerlijke en winterse ovenschotels. Op de menukaart in restaurants kom je zowel verschillende soorten vis als verschillende soorten vlees tegen. Wildgerechten bestaande uit hert, rendier of eland zijn ook niet ongebruikelijk. Vaak krijg je daar passende wilde paddenstoelen of bessen bij. Een andere Zweedse specialiteit zijn de typische vruchtentaarten. Een aantal van de Zweedse gerechten kennen veel reizigers wel uit Nederland en België, zoals bijvoorbeeld de traditionele Zweedse gehaktballetjes en kaneelbroodjes.
Köttbullar: Bij Ikea in de Benelux worden ze verkocht als Zweedse gehaktballetjes, maar in Zweden heten ze gewoon gehaktballetjes. Meer precies: köttbullar (voor de duidelijkheid: dat spreek je uit als ‘sjutbullar’). Het vlees van de Zweedse variant is veel fijner gemalen en ze zijn ook wat zompiger dan de Nederlandse bal gehakt. Köttbullar worden in Zweden gegeten met aardappelpuree of gekookte aardappels, met bruine saus en vossenbessenjam (lingonsylt). Of ze worden in tweeën gesneden en met rode bietensalade op een broodje gegeten.
Kanelbulle: De dag van het kaneelbroodje wordt in Zweden op 4 oktober gevierd: Kanelbullens dag. Uiteraard zijn de traditionele kaneelbroodjes ook elke andere dag van het jaar niet te versmaden. Kaneelbroodjes zijn gemaakt van witbrood waarin je roomboter en kaneelstroop proeft. Heerlijk, vooral populair bij fika, het Zweedse koffiemomentje!
Eten bereiden in de natuur: Voor veel Zweden is het een gewoonte om naar de bossen te trekken om in de vrije natuur hun eten klaar te maken en daar op te peuzelen. Alles wat nodig is om het eten klaar te kunnen maken wordt van huis uit meegenomen en er wordt een mooi plekje gezocht in de bossen.
Drinken in Zweden: Het water uit de kraan is in Zweden veilig te drinken. In Zweden is het in de meeste cafés en restaurants heel normaal dat als je ‘normale’ koffie bestelt, je dan gratis een tweede kopje mag nemen. Je kunt uit een koffiekan je kopje dan gewoon weer bijvullen. Dit noemen ze in Zweden ‘påtår’. Twijfel je, vraag het dan even aan de medewerkers. Sterkedrank is in Zweden niet in de supermarkt te koop is, alleen in de horeca. Om alcohol te kunnen kopen in Zweden moet je minimaal 18 jaar zijn. Vanwege de leeftijdsgrens, maar vooral omdat alcohol duur is, kom je af en toe zelfgestookte drank tegen. Pas hiermee op, je weet natuurlijk nooit wat het is.