De Westfjorden van IJsland noem ik graag in zijn geheel een hoogtepunt. Dit stukje van IJsland wordt maar door slechts 10% van alle bezoekers aan IJsland bezocht. Hartstikke zonde, want het is een nog vrij ongerept stukje van het populaire land. Látrabjarg is het westelijkste puntje van IJsland en bijná van heel Europa. Alleen de Azoren liggen nog ietsje westelijker. Daarbij is dit de grootste vogelklif van Europa. Je wandelt dus langs indrukwekkende kliffen met kans om de bekende papegaaiduikers te spotten. Bij ons is dat gelukt! Ook de Dynjandi waterval is een echte must-see tijdens een bezoek aan de Westfjorden. Het water glijdt een beetje als een gordijn naar beneden, in tegenstelling tot de meeste watervallen, waar het water echt naar beneden stort. Van alle watervallen tijdens onze IJsland rondreis (en we hebben er wat gezien) kwamen we bij deze waterval de minste toeristen tegen.
Bijzonder aan ons bezoek aan de Westfjorden in juni was dat de zon nauwelijks of zelfs helemaal niet ondergaat. Elke nacht keek ik even en zat er soms maar een uurtje tussen zonsondergang en zonsopkomst. Tijdens mijn overnachting in Ísafjörður, de hoofdstad van de Westfjorden, kreeg ik op 24 juni zelfs de melding op de weerapp van mijn telefoon dat de zon pas op 1 juli weer onderging, hoe raar is dat!